8. Waterspuwers

Nodig

  • Bak water
  • Plastic luchtslangetjes, te koop bij tuincentra (ongeveer 1 m per waterspuwer)
  • (Zelfhardende) boetseerklei
  • Bakken en/of teiltjes
  • Tafeltje of krukje
  • Schelpjes, takjes e.d.
  • Tape om de slang vast te zetten (indien nodig)

Hemelwater dat vanuit de dakgoot, via de regenpijp in de grond of het riool verdwijnt, is niet spectaculair. Je ziet er niets van. Al vanaf de middeleeuwen maken bouwers van kathedralen griezelige waterspuwers, die het hemelwater vanaf de hoge daken via hun bek omlaag lijken te spuwen. Water voor de lol omhoog laten spuiten via bekken van zeemonsters of laten vallen vanuit kruiken of plassen via een manneken pis is veel leuker. De Franse koning Lodewijk XIV maakt in de achttiende eeuw met hoog spuitende fonteinen indruk op zijn gasten. En nog steeds maken kunstenaars fonteinen. Bij een fontein komt altijd een hoop techniek kijken. Ga er nu zelf mee experimenteren. 

Doen

  1. Eerst experimenteren met bakken water en een plastic slangetje om te ontdekken hoe de ‘wet van de communicerende vaten’ werkt. Zo kun je het water van de ene bak overhevelen naar de andere. 
  2. Vorm met klei een waterfiguur om de waterslang heen. Het einde van de slang steekt nog een stukje uit de bek (of wat voor vorm je ook maakt). Net genoeg om het water met je mond op te kunnen zuigen en te laten stromen.
  3. Zorg dat je fonteinbeest stevig kan staan of liggen.  
  4. Houd het achtereind van de slang in de volle bak water, zuig aan het uiteinde van de slang het water op en houd je vinger erop om de slang af te dichten. Zet je watermonster nu op de plek die je bedacht hebt, haal je vinger van de slang en kijk wat er gebeurt. 
  5. Slap straaltje? Blaas dan een keer het water met kracht door de fontein. Misschien moet je dit buiten doen met mooi weer…

Tip: met schelpjes, steentjes en takjes kun je de waterspuwer versieren of lekker griezelig maken. Beschilderen kan ook.

De wet van de communicerende vaten is een regel uit de natuurkunde. Als twee open bakken met water onderling verbonden zijn (bijvoorbeeld door een waterslang) staat het water in beide bakken even hoog. Zet een volle bak water hoger dan een andere, lege bak. Houd de waterslang in de volle bak en zuig het water – als door een rietje – omhoog en knik het slangetje vlak bij je mond dubbel. Nét voordat het water in je mond komt. Je kunt het slangetje ook snel afsluiten met je vinger. Houd het slangetje nu omlaag in de lege bak – zonder de knik of je afsluitende vinger – en je zult zien dat het water van de volle naar de lege bak stroomt. Dit vraagt wel wat oefening!